De telefoon van Antonio Meucci

Uitvinder met tegenslag verdient erkenning

De Italiaanse Amerikaan Antonio Meucci wordt door veel mensen gezien als de man die de telefoon heeft uitgevonden in plaats van Alexander Bell. Persoonlijke tegenslag en bedrog door Bell zou hem hebben afgehouden van zijn rechtmatige octrooi. Zo meende een aantal jaren geleden ook het Amerikaanse congres dat een verklaring uitgaf waarin ze Meucci  alsnog krediet gaven voor zijn verdienste. Hem echt als uitvinder aanwijzen blijft echter een moeilijk verhaal. Meucci heeft zonder twijfel een ongelukkig leven gehad en als bepaalde zaken net even anders waren gelopen, kende de wereld hem nu als uitvinder van de telefoon. Toch kan men ook zeggen dat hij het zichzelf niet gemakkelijk heeft gemaakt en het vermeende bedrog van Bell is onbewezen. Meucci's opmerkelijke verhaal is echter goed gedocumenteerd achtergebleven, dus iedereen kan voor zichzelf besluiten of hij voorrang dient te krijgen boven Bell of niet.


 

Antonio Meucci in 1878.

 

Antonio Meucci

Antonio Santi Giuseppe Meucci (1808-1889) werd geboren en getogen in Florence in Italië. Hij volgde er een technische opleiding in de richtingen elektrotechniek en scheikunde en kwam te werken als theatertechnicus. Verder ontwikkelde hij een grote interesse voor wetenschap en schreef binnen dat kader steeds vaker uitvindingen op zijn naam, van zowel elektrische als chemische statuur.

Eén van zijn uitvindingen betrof een manier om ziektes te behandelen met behulp van elektrische schokken. In 1835 opende hij een praktijk in Havana op Cuba, waar hij deze therapie toepaste. In Cuba waren elektrische therapieën destijds erg populair, wat zeker niet overal het geval was. 

 

Op het spoor van telefonie

In deze praktijk gebeurde het op een dag dat Meucci de stem van een vriend die in de kamer naast hem was, kon horen via een stuk koperdraad dat beide kamers verbond.  De ervaren uitvinder in hem begreep onmiddellijk dat hij iets bijzonders had ontdekt.

Vervolgens werkte hij tien jaar lang aan een apparaat waarbij spraak gestuurd kon worden via elektrische draden, maar er kwam niet meteen een bruikbaar product uit.

 

Naar de Verenigde Staten

In 1850 vertrokken Meucci en zijn echtgenote naar Staten Island, New Jersey in de Verenigde Staten, om daar hun geluk te beproeven. Dat lukte niet zonder meer, want ze hadden maar weinig geld en spraken slecht Engels.

Het bleek bovendien dat Antonio een man was met een groot hart, maar bijzonder weinig zakelijk inzicht. Hij bood onderdak aan naar New York gevluchte politieke bannelingen uit het destijds roerige Italë, waaronder de roemruchte Giuseppe Garibaldi. Hij verdiende in die dagen wel geld aan op de markt gebrachte uitvindingen van zijn hand, maar dat werd opgesoupeerd door zijn gasten (die zich niet geroepen voelden een steentje bij te dragen) of ging verloren aan onbetrouwbare zakenpartners.

 

 

Giuseppe Garibaldi naast zijn paard rond 1850 (maker afbeelding onbekend). In 1860/61 zou hij alsnog een belangrijke rol spelen bij de eenwording van Italië.

 

De teletrophone

In 1855 sloeg het lot toe en raakte Meucci’s vrouw gedeeltelijk verlamd. Als uitvinder liet Meucci het daar echter niet zomaar bij zitten. Om haar zo goed mogelijk te kunnen helpen, legde hij een telefoonsysteem aan door het hele huis en in zijn werkplaats, zodat ze hem snel kon bereiken.

Het systeem werkte redelijk en Meucci probeerde geld te vinden waarmee hij zijn uitvinding, die hij de teletrophone had genoemd, verder kon ontwikkelen. Daartoe organiseerde hij in 1860 een demonstratie van het complete systeem. Hij liet een zangeres iets inzingen dat via de installatie was te horen. De reacties waren positief. Een Italiaanse krant in New York publiceerde een enthousiast verslag en geldschieters, zowel in Italië als de VS, maakten hun interesse kenbaar.

Toch kwam er niets uit. De tragiek van Meucci betrof vooral het feit dat hij druk was met het zoeken naar geld gedurende precies die periode dat geldschieters het niet aandurfden te investeren in elektrische en ook veel andere nieuwe producten, omdat de wereld erg rumoerig was en de VS in 1861 zelf verzeild raakte in een Burgeroorlog. (Zie ook het inleidende stuk over elektrische apparaten.)

 

Adolphe Bitard - Franse illustratie uit 1880 die het gebruik van de telefoon laat zien. De hier getekende toestellen van Bell verschillen toch maar weinig met die van Meucci. 

 

Nieuwe tegenslag

Het maakte Meucci in de jaren die volgden en die werden getekend door de Burgeroorlog tot een arm, verbitterd en ontmoedigd man. Hij produceerde wel nieuwe uitvindingen, maar was doorgaans gedwongen de rechten op deze uitvindingen te verkopen.

Toen sloeg het noodlot opnieuw toe. Tijdens een  boottocht van New York naar Staten Island raakte Meucci ernstig verbrand door een explosie op het stoomschip Westfield. Hij kwam in het ziekenhuis te liggen en al mocht hij blij zijn nog te leven, de zaken namen toch weer een nare wending. Tijdens zijn opname verkocht zijn vrouw al zijn prototypes, waaronder die van de teletrophone, voor een appel en een ei aan een opkoper. Meucci wilde ze nog terugkopen, maar zijn vrouw wist de identiteit van de opkoper niet.

 

Een nieuw model, een nieuwe teleurstelling

Hierna vond Meucci toch weer de inspiratie en energie om een nieuwe sprekende telegraaf te maken. Dat lukte tenslotte aardig. Omdat hij een patentaanvraag niet kon betalen, nam hij in 1871 een zogeheten caveat, een soort optie op een patent (zie hier voor meer uitleg over het caveat). Hij zou dit in 1872 en 1873 voor een jaar verlengen.

Hij gebruikte het caveat om de Amerikaanse telegraafreus Western Union Telegraph Company over te halen in zijn telefoon te investeren. Daartoe stuurde hij hen een model en technische details. Western Union hield de boot echter af. Toen Meucci twee jaar later zijn spullen terugvroeg, bleken deze 'kwijtgeraakt'. Het was inmiddels 1874 en hij besloot, vermoedelijk op basis van zijn ervaringen met Western Union, om zijn caveat niet langer te verlengen.

Hett was een slechte keus van Meucci om zich tot Western Union te wenden, zelfs op het onbegrijpelijk af voor een man die al zo vaak met oplichters te maken had gehad. Dit bedrijf werd namelijk geleid door zakelijke haaien, die de sprekende telegraaf nog lang als een grote bedreiging zagen voor hun eigen systemen. Ze hadden daar immers veel geld in geïnvesteerd en hadden helemaal geen zin dat allemaal om te moeten bouwen voor een nieuw product. Vandaar waarschijnlijk dat ze de spullen van Meucci zoek hebben gemaakt, zonder het concept te stelen (wat ze rustig hadden gedaan, als ze dat hadden gewild).

 

 

Tekening uit het caveat van Meucci, met links de zender en rechts de ontvanger.

 

Meucci en het patent van Bell

Ook het niet verlengen van het caveat zou een grote fout blijken. Toen hij in 1876 hoorde van het patent van Alexander Graham Bell gaf een woedende Meucci een advocaat opdracht om protest aan te tekenen bij het U.S Patent Officie in Washington op basis van zijn caveat uit 1873. Dat zou de bewuste advocaat echter niet doen en wel om begrijpelijke redenen: de geldigheid van het caveat was verlopen, want Meucci had het niet verlengd. Onder deze omstandigheden viel er juridisch gezien helaas niets te protesteren.

Vervolgens probeerde Meucci om het materiaal dat hij het Patent Office had gegeven voor zijn caveat over de telefoon terug te krijgen, maar ook dit bleek verdwenen.

Later bleken er warme connecties te bestaan tussen de entourage van Bell en een corrupte medewerker van het octrooibureau. Ook bleek dat Bell gebruik had gemaakt van hetzelfde testlaboratorium als Meucci, waar deze nog spullen van de teletrophone opgeslagen had liggen. Door deze kwesties is er rond Bell het idee van diefstal en manipulatie ontstaan. Voor dat eerste bestaat geen enkel bewijs en er zijn genoeg redenen om aan te nemen dat Bell zijn telefoon wel degelijk zelf heeft ontworpen. Dat de spullen van Meucci kwijt zijn geraakt door toedoen van de advocaten van Bell, is echter goed denkbaar. Inmiddels is het duidelijk dat ook andere concurrenten als Elisha Gray door hen zijn bedrogen, dus waarom Meucci niet. De opzet hiervan was echter te voorkomen dat iemand anders Bell voor zou zijn met een patentaanvraag, niet om de uitvinding te stelen.

 

Cover van het Amerikaanse tijdschrift The Ladies' Home Journal uit februari 1913. De in het zwart geklede dame brengt waarschijnlijk slecht nieuws door de telefoon.

 

In latere jaren bleek ook dat er een miljoenencontract was afgesloten tussen Bell Telephone Company en Western Union. In verhalen over Meucci wordt dit vaak aangevoerd als bewijs dat Bell ook bij Western Union de spullen van Meucci zou hebben doen verdwijnen. Dat is echter onwaarschijnlijk aangezien Bell zelf eerst een poging tot diefstal van zijn patent door Western Union heeft moeten verijdelen. Nadat Bell de telefoon succesvol op de markt had gezet, was de mening van Western Union over de sprekende telegraaf namelijk snel omgeslagen. Het genoemde contract stamt dus vermoedelijk van na deze tijd.

In 1886 kwam er toch een proces over het patent tussen Meucci en Bell. Deze rechtszaak zou in 1889 verlopen door het overlijden van Meucci. Niettemin liet de dienstdoende minister rond die tijd namens de Amerikaanse regering weten dat er toch goede redenen waren om "Meucci voorrang te geven als uitvinder van de telefoon". Uiteindelijk zou de overheid echter nooit officiële actie ondernemen om de zaken te wijzigen.

 

Henry Collins Brown - Old New York yesterday and today. 1922. Oud hoofdkantoor van Western Union in New York (Manhattan) op de voorgrond.

 

De verklaring van het congres

Op 11 juni 2002 gaf het Amerikaanse Congres echter een verklaring af waarin ze Meucci alsnog erkenning gaven voor zijn verdienste. Er wordt gesteld dat als Meucci meer geld had gehad en beter Engels had gekund, Bell waarschijnlijk nooit het patent had gekregen.

Vaak wordt gedacht dat deze verklaring Meucci aanwijst als enige echte uitvinder van de telefoon en Bell dus als zodanig diskwalificeert. Dat klopt niet helemaal. Tenslotte is het niet de schuld van Bell dat Meucci zo’n beroerde zakenman was, dat hij in al die jaren geen Engels had geleerd, dat hij zijn caveat niet had verlengd en dat hij zijn materiaal zomaar opstuurde naar een bedrijf als Western Union.

Het punt is dat Antonio Meucci zeker alle eer verdient voor het feit dat hij, eerder nog dan Bell en geheel zelfstandig, een werkende telefoon had gemaakt. Echter, door zijn onhandige aanpak zullen we nu nooit weten hoe goed die telefoon in de praktijk zou hebben gefunctioneerd. Daarom kan Bell, die op terechte gronden het patent verwierf en de telefoon vervolgens tot een commercieel succesvol product maakte, ook niet zomaar aan de kant worden geschoven. Daar komt bij dat als een werkend model afdoende is voor de titel 'uitvinder van de telefoon', de Duitser Johann Reis minstens evenveel aanspraak maakt als Meucci.

De telefoon is een apparaat dat door verschillende mensen min of meer tegelijkertijd is uitgevonden. Antonio Meucci is een van die mensen en verdient daarvoor erkenning. Dat heeft het Congres willen stellen.

 

Het wat afgelegen huis van Antonio Meucci op Staten Island, waar ook Garibaldi verbleef. Tegenwoordig is dit het Garibaldi-Meucci Museum, waar dus ook de geschiedenis van Meucci valt te bekijken. Het is toch een aangename plek geworden.

 

 

Bronnen

  • Bellis M. - Inventors.about.com - ' Antonio Meucci'
  • www.engineersaustralia.org.au/queensland-division/antonio-meucci
  • Bodanis D. - ' Het elektrisch universum: een geschiedenis van de elektriciteit.' 2005 
  • Wikipedia (nl.wikipedia.org) - 'Telefonie 19de eeuw'/ 'Alexander Graham Bell'/ 'Antonio Meucci'/ ' Elisha Gray'.
  • Wikipedia (en.wikipedia.org) - 'Elisha Grey and Alexander Bell telephone controversy'. Grotendeels gebaseerd op: Evenson A. E. - 'The Telephone Patent Conspiracy of 1876: The Elisha Grey - Alexander Bell Controversy.' North Carolina 2000

Afbeeldingen

  • Garibaldi-Meucci museum: Wikimedia Commons (7-6-2012, inmiddels verwijderd)
  • Tekeningen caveat Meucci: Wikimedia Commons (706-2012, inmiddels verwijderd)
  • Overigen: Wikimedia Commons (commons. wikimedia.org)

 

Deze pagina is gepubliceerd op 7 juni 2012 en het laatst gewijzigd op 26 februari 2019.